dinsdag

Het 'burgerproces' tegen Wilders

PVV-leider Geert Wilders noemt het een politiek proces, maar de ironie is dat zijn zaak voortkomt uit een trend die hij normaal gesproken zou toejuichen: de toegenomen macht die de burger opeist in de rechtszaal.
Dat het inderdaad een trend is, bewijst mijn artikel vandaag in de Volkskrant over de artikel 12- procedure. Nieuws daarin: het beroep op dat artkel is de afgelopen jaar ruim verdubbeld waardoor nu jaarlijks 120 mensen of instanties worden veroordeeld die zonder de assertieve burger niet zouden zijn vervolgd.



Burger eist macht in rechtszaal

Van onze verslaggever
Jeroen Trommelen
Amsterdam /5 oktober 2010
Geert Wilders noemde het ‘Saoedisch recht’ en ‘ bananenrechtspraak ’. Maar de juridische procedure die hem maandag voor de rechter bracht, is ook een voorbeeld van de toegenomen macht die burgers opeisen in de rechtszaal. De vervolging van de PVV-leider voor haatzaaien, beledigen en discrimineren is afgedwongen door betrokken Nederlanders; tegen de zin van het Openbaar Ministerie (OM) en tot afschuw van de minister van Justitie.
Het aantal gevallen waarin een beroep wordt gedaan op de procedure die een beklag tegen niet-vervolging mogelijk maakt (artikel 12 van het wetboek van Strafvordering), is de afgelopen tien jaar explosief gestegen. Volgens de Raad voor de Rechtspraak ontvingen de vijf gerechtshoven vorig jaar 2316 klaagschriften van mensen die bezwaar maken tegen een besluit van het OM om af te zien van vervolging. Tien jaar geleden ging het nog maar om 1130 zaken.
In Nederland mag de officier van justitie, anders dan in veel andere landen, kiezen of strafbare feiten wel of niet worden vervolgd. Bijvoorbeeld als er te weinig bewijs is of het om te onbelangrijke feiten gaat. Maar ook wanneer de officier het ‘niet opportuun’ vindt vanwege een maatschappelijke reden, zoals in de zaak-Wilders. ‘Betrokkenen’ mogen daartegen bezwaar maken bij het gerechtshof.
Dat deden ook de ouders van militair Aldert Poortema, die in 2008 in Uruzgan om het leven kwam door ‘eigen vuur’. Vader Hans Poortema had nooit verwacht dat hij en zijn vrouw zelf voor rechtvaardigheid zouden moeten zorgen. Maar zo pakte het wel uit. ‘De officier van justitie besteedde er één zin aan’, zegt Poortema. ‘Hij keek ons niet eens aan toen hij zei dat de verantwoordelijken niet zouden worden vervolgd.’
Uit de gesprekken die de ouders daarna voerden met betrokken militairen, leidden ze echter af dat het onderzoek van het OM en de marechaussee naar de dood van hun zoon en zijn collega Wesley Schol niet klopte. ‘Aldert stond op wacht. Er waren geen wapens te zien. Hij was helemaal niet betrokken bij gevechtshandelingen, zoals gezegd werd.’
Bij hun spitwerk stuitten de ouders van Aldert op militairen die niet wilden praten. Dus besloten ze een advocaat te bellen. De vader: ‘Dat kost ons heel veel geld; de teller gaat meteen lopen. Maar we doen het voor onze zoon. Het is wel onrechtvaardig: de twee militairen die verantwoordelijk waren voor het incident, krijgen een advocaat van defensie. In onze ogen heeft Aldert daar ook recht op.’
Volgens Robert-Jan Gras, secretaris bij het gerechtshof Den Bosch die bij de gerechtshoven informatie verzamelde, wordt ruim 10 procent van die klachten gegrond verklaard. Ruwweg de helft daarvan leidt uiteindelijk alsnog tot een veroordeling, schat hij.
Jaarlijks worden dus bijna 120 mensen veroordeeld die zonder de assertieve houding van klagers vrijuit zouden zijn gegaan. Maar worden ook ruim tweeduizend moeizame en langdurige procedures begonnen die tot niets leiden. Volgens Jaap Timmer, onderzoeker op het gebied van politiegeweld, zit in de laatste categorie waarschijnlijk een fors aantal zaken van burgers die zich niet neerleggen bij het niet vervolgen van politiegeweld of het overlijden in (politie)cellen.
Anders dan vroeger wordt daarover nu vrijwel automatisch geklaagd. ‘Tussen 1978 en 1995 waren er ongeveer 300 schietincidenten met letsel door politiekogels. Dat leidde in die twintig jaar tot slechts vijf artikel 12- procedures. Tussen 1996 en 2000 ging het al om zeker tien procedures op 82 gevallen.’
Zo is na de strandrellen in Hoek van Holland een procedure begonnen door de ouders van de doodgeschoten jongen die de politie had bedreigd. ‘Maar als ik de ouders, of via hen hun advocaat, hoor uitleggen waarom ze dat doen, klinkt dat heel onlogisch. Die zaak ligt immers duidelijk. Er is helemaal geen controverse over welke agent het dodelijke schot heeft gelost, zoals wordt beweerd’, aldus Timmer
De procedure wordt toch begonnen omdat de burger mondiger is geworden en beter zijn weg heeft gevonden naar de rechtbank, denkt Timmer. ‘Dat is een goede zaak. Maar ik zeg er vilein bij: voor sommige advocaten lijkt het ook een schitterende niche die voorziet in extra inkomsten.’
De Leidse hoogleraar strafrecht en artikel 12-kenner Tineke Cleiren ziet de groei van het aantal zaken niet als uiting van de claimcultuur. ‘De procedure past in de lijn van ons recht waarin het altijd mogelijk is bezwaar aan te tekenen. Door belanghebbenden, zoals familieleden of slachtoffers, of, vanwege een principe, ook stichtingen of verenigingen. Ik heb niet de indruk dat het begrip belanghebbende te ruim wordt uitgelegd of dat advocaten hun klanten hiervoor ronselen.’
Wel kost de procedure nu veel tijd en is ze omslachtig, vindt Cleiren. ‘Het zou beter zijn als je eerst bij het OM in beroep zou kunnen gaan. Als dat niets oplost, kun je alsnog naar het hof.’
Het OM kan zelf overbodige procedures voorkomen door beter uit te leggen waarom zaken worden geseponeerd, zegt Cleiren. ‘Voor ouders die een kind hebben verloren door een verkeersongeval, is het bijvoorbeeld moeilijk te verteren als de dader niet wordt vervolgd wegens dood door schuld. Maar wanneer dat niet kan worden bewezen, houdt het op. Je moet dan uitgebreid de tijd nemen om dat uit te leggen. Daar is iedereen bij gebaat, ook de ouders zelf.
De zaak van de ouders van de gedode Uruzgan-militair loopt voorspoedig. Hans Poortema: ‘Twee advocaten-generaal van het hof geven ons gelijk. Dat is een mooie wending. De kans dat de waarheid boven tafel komt en de verantwoordelijken worden vervolgd, is nu een stuk groter geworden.’


Zeven voorbeelden van artikel 12-procedures
Geert Wilders In 2008 besloot het Openbaar Ministerie Wilders in 2008 niet te vervolgen wegens belediging en discrimineren. Een groep burgers maakte bezwaar via de artikel 12-procedure. Het Amsterdams gerechtshof gaf hun gelijk. De strafzaak begint vandaag.
Uruzgan De ouders van twee Nederlandse militairen die in 2008 in Uruzgan omkwamen door eigen vuur, eisen dat de verantwoordelijken worden vervolgd. Het Openbaar Ministerie zag geen aanleiding; het hof wil nu nader onderzoek.
Strandrellen De ouders van de 19-jarige jongen die de politie belaagde en werd doodgeschoten, eisen dat de agent wordt vervolgd. Volgens het OM was de agent genoodzaakt om te schieten; het onderzoek loopt.
‘Martelmoord’ Familie van de man die vorig jaar in Pernis werd vermoord terwijl vier agenten voor de deur stonden, willen dat de vier worden vervolgd. Volgens het OM is dat niet opportuun. De klacht is in behandeling.
Gifstort Trafigura Greenpeace eist dat Trafigura Beheer BV wordt vervolgt voor gifstorting in Ivoorkust. Nu gebeurde dat alleen voor lichte vergrijpen in Nederland. Het OM acht vervolging onhaalbaar; het gerechtshof heeft de klacht in behandeling.
Sylvia Millecam De Vereniging tegen de Kwakzalverij en anderen eisten in 2006 dat twee artsen die Millecam hadden behandeld, zouden worden vervolgd. Met succes. De artsen werden alsnog veroordeeld, zij het zonder oplegging van straf.
Schipholbrand Een groep burgers eiste in 2006 vervolging van de ministers Verdonk en Donner vanwege de brand in het detentiecentrum op Schiphol. Het gerechtshof verklaarde de klacht ongegrond.